Wat is cholesterol?
Cholesterol is een vetachtige stof die een belangrijke rol speelt bij bijvoorbeeld het maken van o.a. hormonen, gal en vitamine D. Helemaal niet verkeerd dus, dat cholesterol! Omdat cholesterol een vettige stof is, is het niet in water oplosbaar en moet het aan een eiwit gekoppeld worden om zich te kunnen verplaatsen via de bloedbaan. Deze eiwitten worden lipoproteïnen genoemd en kunnen een andere dichtheid hebben waardoor cholesterol ‘goed’ (HDL – het eiwit heeft een hoge dichtheid) of ‘slecht’ (LDL – het eiwit heeft een lage dichtheid) kan zijn.

LDL-cholesterol
LDL staat voor low-density-lipoprotein, dit eiwit is gevaarlijk omdat het gemakkelijk door een vaatwand kan dringen waar het blijft zitten. Ons lichaam maakt ‘opruimcellen’ aan, die deze LDL-deeltjes opruimen. Wanneer er te veel LDL-deeltjes zijn, raken deze opruimcellen vol en gaan schuimen. Hierdoor kan een ophoping ontstaan in de aderwand, ook wel plaque genoemd, en dit is het begin van aderverkalking – arteriosclerose. Wanneer een bloedvat uiteindelijk dicht gaat zitten kan een hartaanval of herseninfarct ontstaan. HDL- cholesterol kan de kans op aderverkalking juist verkleinen.

HDL–cholesterol
HDL staat voor high-density-lipoproteïn. Deze eiwitten hebben een hoge dichtheid en werken als stofzuigertjes in ons lichaam. Ze nemen al het overtollige cholesterol uit het lichaam mee terug naar de lever waar het afgebroken wordt. Hoe meer HDL je in je lichaam hebt, des te meer slechte cholesterol er opgeruimd kan worden. Hierdoor wordt de kans op aderverkalking verkleind. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat je in plaats van kaas, pindakaas op je brood doet. En dat je bakt in vloeibaar vet, in plaats van roomboter.

Bron:
Wikipedia.org
ad.nl